Francis vertelt

Zoals velen onder ons is Stien de weg van het ondoorgrondelijke ingedoken. Weggedreven van de nostalgie en de zuivere studie is ze heel sterk haarzelf en haar schilderen beginnen onderzoeken en bevragen, niet alleen om te zoeken naar meer harmonie en evenwicht maar vooral om de uitdaging van het schilderkundige te ervaren… om te ervaren wat het is te wroeten in de echtheid van het beeld, het onwaarschijnlijke van het geschilderde voornemen.

Schilderen is, als werk van ‘lange asem’, bij Stien niet blijven hangen bij de anekdotische charme of een gemakkelijke emotionaliteit. Het is steeds meer een intense plastische zoektocht geworden die de karaktertrekken van de uitgebeelde niet-werkelijkheid voelbaar maakt. Het is een uitzuivering geworden van gekleurde voelbaarheid, een spel van een beeldende vormstorm uitgelijnd en geregeld in de voortzetting van een verstilde constante beweging. Lijn, kleur, vorm en gevoel vervellen van bedoeling naar actie, van verhaal naar articulatie. Verf, ritme, materiaal en vermogen worden het verhaal van het humeur van een coloristische compositie.

Zo blijft ze haar vertrekpunt op zijn kop zetten om nieuwe antwoorden te genereren en frisse elementen hun ding te laten doen op het doek. Zodoende is ze op zoek naar een veel meer gelaagde en intensere schilderervaring. Het is bijzonder mooi om te zien hoe ze de tijd neemt en de afstand creëert om haar werk te evalueren in zijn niet-vanzelfsprekendheid, zowel inhoudelijk als texturaal. Ze is niet bang op te bouwen door af te breken om de anekdotiek te overstijgen en nieuwe verassende wendingen op te zoeken.

Ik zie een lijnenspel en zeg bij mezelf:
“Stien vindt haar zeg.”

Een beeld als het grid van van een soort stratenplan trekt de gevoelige ondertoon van het werk in vertikale en horizontale banen, onderbroken door hier een leegte, daar een kleurvlak, de warmte van een blauwe waas, het contrast van een soort onderstroomgevoel.
Mijn blik verblind. Onderin de fascinatie van een lijnenspel vermoed ik haarzelf, onderliggend aan het lijnenspel vermoed ik het vermoeden.
Beeld, sfeer en gevoel zijn ‘verworden’ en dit vanuit de belangrijkste premisse van de schilder nm. dat een schilderij bestaat uit verf die een schilder op een bepaalde manier op een drager zet. Lijnen, vlakken en vlekken worden dan beeldelementen net zoals een boom of een veronderstelling. Het schilderen is vertrokken vanuit een passie. Het is gegaan doorheen het stadium van de bezorgdheid en de filantropie naar een eenvoud en de onthechting.

Dit werk is gematerialiseerde mentale groei. Het wegvallen van de letterlijkheid heeft plaats gemaakt voor de emotionaliteit van de kleur, de grimmigheid van het vlak en het sensitieve van de lijn.
Vertrokken vanuit een zoeken naar vertrouwen is het werk van Stien nu heel oprecht in een heel bijzonder en mooi schilderkundig avontuur aanbeland.

Met belangstellende genegenheid, Francis Bekemans
leraar schilderkunst Sint-Lucas-Academie